Economie

Economie valt uiteen in werkgelegenheid en verdienvermogen. Hieronder worden kort de trends en ontwikkelingen beschouwd.

Voor de economische indicatoren werkgelegenheid en verdienvermogen is het zeer complex om de trends en ontwikkelingen te beschrijven. Er moet namelijk een breed aspect van economische variabelen en van specifieke luchtvaart gerelateerde variabelen beschreven worden. Bij economische variabelen is te denken aan gemiddelde groei die gekoppeld is aan internationale handel en economie, de ontwikkeling van de Europese markt, de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit, de ontwikkeling van technologie en Artificial Intelligence (AI). Luchtvaart specifieke variabelen zijn de groei van de vraag naar luchtvaart op mondiale (inter)nationale en mondiale schaal en groei van de internationale sectoren in Nederland. Er is dus een breed scala aan variabelen. Eén autonome ontwikkeling voor elke indicator is om deze reden niet uit te werken.

Verhouding tussen vraag en aanbod

Voor de economie is de verhouding tussen vraag en aanbod van belang. Om die reden is het aanbod is voor de luchtvaart uitgedrukt in het aantal vliegbewegingen per luchthaven (de zogenaamde plafondwaarden). Voor de vraag is uitgegaan van WLO-laag. De aantallen zijn opgenomen in de tabel hieronder.

 

WLO-laag 2030

restricted

Plafondwaarden 2030

WLO-laag 2050 restricted

Plafondwaarden 2050

Schiphol

580.000

630.000

717.000

731.000

Lelystad Airport

25.000

25.000

25.000

45.000

Eindhoven Airport

40.920

43.000

48.270

43.000

Rotterdam The Hague Airport

17.550

22.000

20.270

25.000

Maastricht Aachen Airport

4.750

17.500

6.270

17.500

Groningen Airport Eelde

4.460

17.500

5.800

17.500

De ontwikkeling van de vraag naar vliegbewegingen hangt nauw samen met het aanbod. Hierbij is de huidige situatie dat het aanbod van vliegtuigstoelen sneller gegroeid is dan de passagiersvraag naar vliegtuigstoelen. Dit leidt tot meer aanbod dan vraag. Hierdoor worden de vliegticketprijzen in een neerwaartse richting gedrukt. In mei 2019 is namelijk een ticketprijsdaling van 9% te zien ten opzichte van mei 2017. Deze daling kan met nog een 2% doorzetten. De dalende trend is ook te zien in de bezettingsgraad. Hoewel de bezettingsgraad toe nam in de periode 2013-2018, respectievelijk 79,6% en 81,9%, lijkt dit voor de komende jaren af te vlakken.

In de toekomst houdt het aanbod een redelijk gelijke tred met de vraag tot 2030. Na 2030 kunnen er wel scenario’s gaan optreden waar de vraag het aanbod overtreft. Wanneer het aanbod zich trendmatig ontwikkelt in lijn met de vraag, dan zal er op hoofdlijn een gematigde ontwikkeling te zien zijn van de vliegticketprijs. Richting 2050 is er wel een verdere stijging van de vliegticketprijs te zien. In sommige gevallen zal het aanbod niet altijd voldoende zijn om in de vraag te voorzien. Dit zal de prijs dan in opwaartse richting duwen. In het PlanMER is verder ingegaan op de werkgelegenheid en het verdienvermogen van de luchtvaart.