Modaliteiten

Het aantal passagiers op Schiphol ontwikkelt zich autonoom aan de hand van het aantal vliegtuigbewegingen. Dat betekent dat er in 2030 circa. 79 miljoen passagiers van, naar en via Schiphol reizen en circa 95 miljoen in 2050.

Op Schiphol blijft de verhouding Transfer en O-D passagiers[1] gelijk. Het zakelijke segment neemt wel toe ten opzichte van de Leisure vluchten op Schiphol. Bij de regionale luchthavens is een geleidelijke groei van O-D passagiers te zien, welke voornamelijk Leisure bestemmingen hebben. Lelystad Airport springt eruit, want hier is een forse groei van O-D passagiers met Leisurebestemmingen te zien in 2030 en 2050.

De totale vrachtvraag op Schiphol gaat met meer dan 100% omhoog; van 1,7 miljoen ton naar 3,4/3,7 miljoen ton in 2050. Daarbij blijft de Belly capaciteit toenemen, want deze loopt parallel aan de parallel aan de groei van het aantal vliegtuigbewegingen. De Belly capaciteit groeit met 30 tot 40% in 2050. Deze groei kan mogelijk meer worden wanneer de omvang van vliegtuigen toeneemt, of load factor verder kan worden verhoogd. Om totale vrachtvraag in 2050 te accommoderen is ook een groei nodig van het aantal Full Freighter-bewegingen. Uitgaande van de 3% van het totaal in 2018 en de 100% groei van het volume zou het in 2050 gaan om tussen de 20.000 en 30.000 Full Freighter-bewegingen. Dit is mogelijk als er op basis van selectiviteit (VVR) Full Freighter slots aangewezen kunnen worden. De vrachtvolumes op de regionale luchthavens blijft te laag om van betekenis te zijn. Op Maastricht Aachen Airport is een beperkte groei in het vrachtvolume.

Gegeven het feit dat het aantal vliegtuigbewegingen en aantal passagiers op Schiphol significant toenemen, is het noodzakelijk dat de capaciteit van de multimodale vervoersknoop Schiphol na 2030 wordt uitgebreid voor zowel het OV, als voor de auto. Ondanks de uitbreiding voor beide modaliteiten is de verwachting richting 2030 dat het aandeel OV verder toeneemt. Het aandeel auto zal naar verwachting afnemen[2].

Internationale railinfrastructuur

Er bestaan nog geen definitieve plannen om de internationale railinfrastructuur van/ naar het buitenland aan te passen. Het aanbod van internationale treinreizen die korter duren dan 6 uur, wordt de komende jaren wel uitgebreid, vooral door het beter benutten van de bestaande infrastructuur. In het toekomstbeeld OV wordt bijvoorbeeld ingezet op een uitbreiding naar 32 treinen per dag op Londen/Parijs internationale treinen. Het KiM heeft het maximale potentieel voor substitutie naar spoor, op basis van het beter benutten van de bestaande infrastructuur bepaald op ca. 1,9 tot 3,7 miljoen passagiers (12.000 tot 25.000 vluchten per jaar)[3]. Een verdere groei en daarmee grootschaliger substitutie van vliegen naar de trein is echter afhankelijk van investeringen in rail en vooral extra stations capaciteit (op Schiphol), waarover op dit moment nog geen harde afspraken zijn gemaakt. Zonder deze infrastructuur en stations-aanpassingen zal een omslag van vliegverkeer naar treinverkeer in de toekomst relatief beperkt blijven. In 2030 en 2050 wordt geen modal shift voorzien voor (lucht-)vrachtvervoer. Zonder investeringen in specifieke infrastructuur hiervoor (bijvoorbeeld een HST Cargo terminal) zijn de kosten voor extra transport en overslag naar spoor te hoog in verhouding tot de huidige transportketen (luchtvracht wordt in Europa voor een groot deel per truck vervoerd).

Resultaat

In de autonome situatie zijn vier trends voor de indicator modaliteiten te zien:

  • een geleidelijke groei van het aantal passagiers op Schiphol en de regionale luchthavens;

  • een mogelijk sterke groei van vrachtvolumes (maar de markt is volatiel);;

  • in het landzijdige vervoer neemt het aandeel OV toe t in relatie tot de auto, en;

  • de omslag van vliegvervoer naar treinvervoer is nog relatief bescheiden van omvang en wordt voorlopig beperkt tot het beter benutten van bestaande infrastructuur

  • 1 Origin-Destination passagier; passagier met een bepaalde luchthaven als vertrek- of aankomstpunt. Ook omschreven als opstappende reiziger (Schiphol Group, 2017).
  • 2 Schiphol Group, 2018
  • 3 KiM, 2018