Leefomgeving

Denkrichting leefomgeving

De centrale ambitie in deze denkrichting betreft een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving in Nederland. Een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving is belangrijk voor het welzijn van de mensen. En ook voor de welvaart van ons land. De kwaliteit van leven is immers in steeds grotere mate onderscheidend bij de keuze voor vestiging van internationaal opererende ondernemingen. Het streven is het minimaliseren van de hinder en het verhogen van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving.

Doelstelling: een gezonde aantrekkelijke leefomgeving

  • Minimaliseren van hinder

  • Verhogen kwaliteit van woon- en leefomgeving

Onder het begrip leefomgeving vallen de aspecten/indicatoren gezondheid (geluid en luchtkwaliteit), natuur, landschap, welzijn en ruimte.

In de referentiesituatie nemen -vanwege de voortzetting van het huidige beleid- het aantal vluchten in vergelijking met de huidige situatie in 2030 en 2050 toe. In 2030 leidt dit bij alle luchthavens tot een groter geluidbelast oppervlak. In 2050 is in vergelijking met de huidige situatie -ondanks de stijging van het aantal vliegtuigbewegingen, vanwege het stiller worden van vliegtuigen en elektrisch vliegen- alleen bij de vliegvelden Maastricht en Groningen nog sprake van geluidstoename. Uitgangspunt is dat bij deze vliegvelden de vergunde geluidruimte zo veel mogelijk wordt benut. Het aantal geluidgehinderden laat eenzelfde trend zien. Voor Schiphol vindt een afname van het aantal slaapverstoorden plaats. Dit komt doordat het aantal vluchten tijdens de nacht nauwelijks toeneemt ten opzichte van 2018 en vliegtuigen gemiddeld stiller worden. Voor de regionale vliegvelden wordt slechts zeer beperkt in de nacht gevlogen, hierdoor blijft de situatie in 2030 en 2050 vrijwel gelijk aan de huidige. De stille perioden rondom met name Schiphol en Lelystad zullen overdag minder zijn. Ook de regionale luchthavens Maastricht en Groningen kennen overdag een afname van stille perioden. Doordat vliegtuigen stiller worden zullen op grotere afstand van de velden de stille perioden wel gaan toenemen. Daarnaast is de verwachting dat door herindeling van het luchtruim vliegtuigen sneller zullen gaan hoger vliegen waardoor woonkernen vermeden gaan worden. De hinderbeleving laat wel een negatieve tendens zien omdat er ondanks een afname in het aantal ernstig gehinderden er wel nieuwe gehinderden bij komen waardoor meer mensen hinder beleven. Ook het ontbreken van stille perioden kan bijdragen aan deze negatieve tendens. De toename van het aantal vliegtuigbeweging zorgt ondanks de 50/50 regeling voor een toename van uitstoot stikstof (NOx) en (ultra)fijnstof (PM10). Modernere motoren zijn stiller en stoten minder CO2 uit, maar door de hogere verbrandingstemperatuur meer NOx. Hiervoor zal flankerend beleid moeten worden ingezet. Daarnaast biedt het bijmengen van duurzame brandstoffen kansen om de uitstoot van PM10 te reduceren. 

De toename van het aantal vliegtuigbewegingen leidt tot een vermindering van het aantal stilte- en donkere gebieden in Nederland. Toename van stikstofdepositie door toename van vliegtuigbewegingen kan leiden tot significante effecten op Natura 2000 gebieden. Dit kan op projectniveau (individuele luchthavens) voorkomen worden door mitigatie. Eventueel kan gecompenseerd worden. Elektrisch vliegen en overstap naar de trein zal het effect iets verzachten. Aanleg van een uitgebreider HSL-netwerk kan een negatief effect hebben op de verbondenheid van natuurgebieden afhankelijk van de exacte locatie van uitbreiding.

Behoudens Lelystad worden er geen nieuwe luchthavens aangelegd en zijn de verwachte fysieke uitbreidingen van bestaande luchthavens minimaal waardoor het effect op het landschap verwaarloosbaar zal zijn. De belevingswaarde van vliegvelden in een open landschap kan door toename van het aantal vluchten (Schiphol en Lelystad) verslechteren. Door voldoende aanbod van vluchten in 2030 en 2050 is de verwachting dat ten opzichte van de huidige situatie de ticketprijzen in verhouding niet stijgen en het dus geen effect heeft op de publieke toegankelijkheid. De verdeling van lusten en lasten wordt voor direct omwonenden van de luchthavens minder gunstig.

Door kleiner wordende beperkingengebieden vanwege geluid en veiligheid ontstaan er in 2050 met uitzondering van Groningen en Maastricht meer mogelijkheden voor ontwikkeling van geluidgevoelige en kwetsbare functies. Voor de omgeving van Lelystad Airport geldt weliswaar dat de beperkingengebieden groter worden, maar omdat deze in het buitengebied liggen zullen de beperkingen verwaarloosbare gevolgen hebben.

Normeren zorgt in 2050 -zowel ten opzichte van de referentiesituatie als de huidige situatie- voor een sterke afname van het aantal vliegtuigbewegingen op alle vliegvelden. In combinatie met elektrisch vliegen en stiller worden van vliegtuigen werkt dit in positieve zin door op vrijwel alle indicatoren die een relatie hebben met een gezonde leefomgeving, behoudens de indicator welzijn. Door het hoge vraagoverschot is de kans aanwezig dat de ticketprijzen zullen stijgen waardoor vliegen minder betaalbaar wordt voor specifieke bevolkingsgroepen.

In het hoekpunt Concentreren leidt de grote toename van het aantal vliegtuigbewegingen op Schiphol in 2050 voor een toename van het geluidbelast oppervlak en een toename van aantal ernstig gehinderden. De extra maatregelen in dit hoekpunt -zoals introductie van het Omgevingsfonds ten behoeve van adaptief bouwen, het introduceren van een nieuw criterium ernstige hinder, maar ook de aanleg van de Tweede Kaagbaan- zullen de effecten enigszins verzachten maar niet volledig wegnemen. Het aantal slaapverstoorden rondom Schiphol zal afnemen omdat het aantal vluchten ’s nachts gelijk blijft maar ze wel stiller zullen zijn (stillere motoren en elektrisch vliegen). Hinderbeleving zal per saldo afnemen omdat de toename van geluid zich concentreert op één gebied. De regionale luchthavens worden ten opzichte van de huidige situatie aanzienlijk minder belast. Vanwege het ontbreken van specifieke reducerende maatregelen voor uitstoot van NOx en PM10 in een relatief dichtbevolkt gebied (Schiphol) zal nadrukkelijk aandacht besteed moeten worden aan middelen ter vermindering hiervan.

Met name de Natura 2000 gebieden rondom Schiphol en Lelystad zullen ten opzichte van de huidige situatie te maken krijgen met een toename van stikstofdepositie. Stille perioden zullen rondom Schiphol overdag afnemen omdat de stijging van het aantal vliegtuigbewegingen overdag wordt opgevangen.

Landschappelijk gezien verandert er weinig ten opzichte van de referentiesituatie. Aanleg van de Tweede Kaagbaan kan een negatief effect hebben op het open landschap en de belevingswaarde van het landschap rondom Schiphol. Rondom Schiphol worden de ontwikkelingsmogelijkheden voor geluidgevoelige en kwetsbare functies en hoogbouw door de toename van het aantal vliegtuigbewegingen beperkt. Bij de regionale luchthavens neemt deze ontwikkelingsruimte juist toe. Ten opzichte van de referentiesituatie zullen de ticketprijzen niet noemenswaardig gaan stijgen, waardoor de publieke toegankelijk niet veranderd. Wel zal de verdeling van lusten en lasten tussen verschillende groepen voor direct omwonenden ongunstiger worden, waardoor het de nadelige positie van deze groep ten opzichte van de ander groepen versterkt.

Het Verdelen van een deel van vliegtuigbewegingen van Schiphol over de regionale luchthavens zorgt voor een sterke toename van het aantal ernstig geluidgehinderden rondom regionale luchthavens ten opzichte van de referentiesituatie: met name de luchthavens van Maastricht, Eindhoven en Groningen. Het aantal slaapverstoorden verandert vrijwel niet vanwege het handhaven van het nachtregime. Rondom Schiphol zal het verlaten van preferentie banen ter bevordering van meer piek- en rustmomenten plus het stiller worden van vliegtuigen, tot minder geluidbelasting en meer stille perioden overdag leiden. Ook zal het aantal slaapverstoorden verminderen. Verwacht wordt dat de totale hinderbeleving ten opzichte van de referentiesituatie verbeterd -ondanks de verslechtering van de hinderbeleving rondom regionale vliegvelden- vanwege de sterke daling van het aantal ernstig gehinderden rondom Schiphol. Het uitplaatsen van vliegverkeer naar regionale luchthavens zal de luchtkwaliteit rondom regionale velden doen verslechteren. Daarnaast biedt het bijmengen van duurzame brandstoffen kansen om de uitstoot van PM10 te reduceren.

Overall is er sprake van een afname van het aantal vliegtuigbewegingen ten opzichte van de referentiesituatie, waardoor ook de geluidbelasting en in minder mate de lichtvervuiling afneemt. Natura 2000 gebieden rondom de regionale luchthaven van Rotterdam, Eindhoven en Maastricht worden in Verdelen door een toename van NOx zwaarder belast, tenzij gemitigeerd wordt. Elektrisch vliegen en innovatie kunnen deze effecten verminderen. Omdat met name in dit hoekpunt het landzijdig transport van en naar alle vliegvelden in de vorm van wegen en spoorwegen wordt uitgebreid kan enige extra versnippering van natuurgebieden niet worden uitgesloten. Deze maatregel kan vanwege meerdere nieuwe doorsnijdingen tevens zorgen voor een negatief effect voor de indicator landschap.

Door een verwachte stijging van de vliegticketprijzen wordt de luchtvaart in dit hoekpunt minder toegankelijk voor het publiek dan in de referentiesituatie het geval is. Het hoekpunt Verdelen zorgt daarnaast ook voor een verslechtering van de positie van bedrijven ten opzichte van omwonenden en de Nederlandse bevolking.

De ontwikkelingsruimte voor geluidgevoelige functies rondom Schiphol neemt toe. De regionale luchthavens kennen ten opzichte van de referentiesituatie een afname ontwikkelmogelijkheden geluidgevoelige functies. Voor kwetsbare functies geldt in 2050 rondom Eindhoven Airport een afname van ontwikkelingsruimte door toename van de externe veiligheidscontour. Investeringen in landzijdige bereikbaarheid van de regionale luchthavens leidt met name bij Rotterdam tot meer ruimtebeslag.

Conclusie: doelstelling wordt alleen bij Normeren gehaald. De negatieve effecten van de toename van het aantal vliegtuigbewegingen op een gezonde aantrekkelijke leefomgeving zullen door andere maatregelen wel verzacht worden.