Welzijn

Bij het aspect Welzijn is gekeken hoe de inwoners van Nederland toegang hebben en houden op de luchtvaart. Dit beïnvloedt het welzijn van de inwoners van Nederland in de luchtvaart

Publieke toegankelijkheid luchtvaart

In deze indicator is onder andere de publieke toegankelijkheid tot de luchtvaart beoordeeld. Onder dit criterium wordt de ontwikkeling van de gemiddelde vliegticketprijs in verhouding tot modaal inkomen beoordeeld. Het ziet op de doorbelasting van eventuele posten als btw, accijns en klimaattax. De prijsontwikkeling van de tickets zijn niet in beschouwing genomen. De gemiddelde prijs wordt uitgedrukt in percentage van modaal inkomen.

Rechtvaardige verdeling tussen lusten en lasten

Daarnaast is ook gekeken of er een rechtvaardige verdeling van de lasten en lusten van de luchtvaart voor inwoners van Nederland is. Rechtvaardigheid wordt daarin opgevat als de mate waarin een groep mensen of een partij in gelijke mate de lusten en lasten heeft van de luchtvaart als andere groepen/ andere partijen. In de effectbeoordeling wordt aangegeven in hoeverre de verdeling van lusten en lasten tussen twee partijen/groepen gelijk blijft, of verandert ten gunste of ten koste van een partij/groep.

Onder lusten worden verstaan: de omzet van bedrijven en de bijdrage aan de Nederlandse economie, de werkgelegenheid en de bereikbaarheid.

Onder lasten worden verstaan: vereiste investeringen in de luchtvaart, de geluidhinder en klimaatverandering als gevolg van de luchtvaart.

De volgende groepen worden onderscheiden:

  • Bedrijven;

  • Direct omwonenden (van luchthavens of aanvliegroutes), dit zijn de mensen die hinder ondervinden;

  • Regionaal omwonenden, dit zijn mensen die geen hinder ondervinden maar wel in de nabijheid van een luchthaven wonen, en;

  • Algemene Nederlandse bevolking.

Uitgangspunten

Bepalende factoren die in het kader van de beoordeling van de luchtvaartnota relevant zijn voor een gelijke verdeling van de lusten en lasten zijn:

  • Wel/ geen nabijheid grote bevolkingsconcentraties: hinder zal snel ‘afgewenteld’ worden op dunbevolkte delen om grote groepen te ontzien;

  • Verhouding bestemmingsverkeer enerzijds en transitverkeer (hubfunctie) anderzijds: hoe groter de hubfunctie (vooral in toenemende frequenties), des te meer dat ten gunste is van alleen luchtvaart- of luchtvaart gerelateerde bedrijven (omzet) en niet evenredig ten goede komt aan omwonenden vanwege een (nog) betere bereikbaarheid (nieuwe unieke bestemmingen), extra geluidshinder en een grote bijdrage aan klimaatverandering (wel leidt het tot werkgelegenheid).

  • De mate waarin inkomsten uit de luchtvaart ingezet voor het algemeen belang.
    Aangenomen wordt dat de meeste lusten (omzet voor bedrijven, werkgelegenheid en bereikbaarheid) en geluidshinder zich hoofdzakelijk regionaal/ lokaal manifesteren. De gevolgen van klimaatverandering zijn echter algemeen van aard. Daardoor zal de balans van lusten en lasten negatiever worden naarmate de afstand tot de luchthavens toeneemt, tenzij de inkomsten uit de luchtvaart evenredig ten goede komen aan algemene bestedingen.

  • De mate waarin er op lokaal niveau mechanismen/ fondsen in werking zijn om lokale hindergebieden te compenseren met investeringen in de leefbaarheid van de woonomgeving;

  • Het gebruik van laagvliegroutes. De Luchtvaartnota gaat uit van openstelling van Lelystad Airport. In de Luchtruimherziening die wordt voorbereid zal worden aangegeven worden hoe omgegaan zal worden met mogelijkheden voor sneller stijgen en dalen. 

Bovenstaande factoren worden in de beoordeling van de verschillende hoekpunten gehanteerd als algemene principes die van invloed zijn op hoe de lusten en lasten zijn verdeeld tussen groepen of partijen. Om tot een effectbeoordeling te komen wordt (op basis van andere effectbeoordelingen in dit PlanMER) ingeschat:

1) in hoeverre de beleidsmaatregelen tot andere de lusten en lasten leiden,

2) in hoeverre de maatregelen de genoemde factoren beïnvloeden,

3) hoe dit gezamenlijk de balans tussen groepen/ partijen mogelijk beïnvloedt.

Op basis hiervan kunnen hooguit mogelijke verschuivingen worden gemarkeerd in de balans van lusten en lasten tussen groepen; er kunnen geen uitspraken worden gedaan over absolute (on)gelijkheid.

Autonomie en inspraak

In het toetskader valt onder het aspect Welzijn ook “autonomie en inspraak”: de mate waarin het openbaar bestuur en bedrijfsvoering van de luchthavens gehoor geven aan de zorgen en wensen van omwonenden van (internationale) luchthavens. Hierbij wordt aangesloten op het thema ‘Bestuur’ uit de bloemlezing. Er is voor gekozen deze subindicator geen plek te geven in het PlanMER maar apart te behandelen. Hiervoor wordt een Governance-traject gevolgd