Waarom een nieuwe Luchtvaartnota?
De Rijksoverheid formuleert periodiek de hoofdlijnen van zijn beleid voor de luchtvaart in brede zin. De bestaande Luchtvaartnota dateert uit 2008. Centraal in die nota stond het accommoderen van de luchtvaartvraag ter ondersteuning van de economie in tijden van crisis. De doelen waren vooral gericht op kwantiteit. Anno 2019 zijn de grenzen van de groei in zicht gekomen. De luchtvaart loopt zowel op de grond als in de lucht aan tegen grenzen wat betreft capaciteit. Het klimaatakkoord van Parijs vraagt om een transitie naar schone en duurzame mobiliteit. Het draagvlak voor luchthavenontwikkeling staat onder druk. Tegelijkertijd gaan de technologische ontwikkelingen razendsnel. En is er veel onzeker over hoe onze toekomstige luchtvaart er over een generatie uit gaat zien.
In dit veld, waarin enerzijds opgaven liggen over hoe om te gaan met de grenzen aan de groei en anderzijds de vraag is hoe te anticiperen op een onzekere toekomst, is er behoefte aan nieuwe hoofdlijnen van beleid en aan het maken van keuzes. Daartoe is de Luchtvaartnota 2020-2050 opgesteld. De nieuwe Luchtvaartnota wil de start zijn van een nieuwe koers naar een duurzame luchtvaartsector die Nederland blijft verbinden met de rest van de wereld.
Daarom wil het Rijk niet langer sturen op aantallen vliegtuigbewegingen. Het Rijk wil sturen op kwalitatieve grenzen. Basis voor die sturing zijn de publieke belangen, die het Rijk moet behartigen. Deze belangen zijn:
-
Nederland veilig houden staat voorop
-
Nederland blijft goed verbonden met de belangrijke centra in de wereld
-
Nederlanders leven in een omgeving die aantrekkelijk en gezond is
-
Nederland is een duurzaam land
Klik voor verdere toelichting in de figuur
De interactieve content hieronder is mogelijk niet toegankelijk.
Het borgen van deze belangen in een veranderende wereld leidt tot een zoektocht naar een nieuwe balans tussen economie en duurzaamheid. Dit is aan de orde op velerlei maatschappelijke terreinen en dus ook op het terrein van de luchtvaart. Deze zoektocht leidt tot een aantal trendbreuken met het ‘oude’ luchtvaartbeleid. In het nieuwe beleid moeten eerst negatieve effecten op mens, natuur en milieu verminderen, pas dan kan sprake zijn van groei. Een andere benadering en een ander beleid dus dan in de ‘oude’ Luchtvaartnota. Verderop is dit nieuwe beleid verder uitgelegd.
Dit alles leidt tot een nieuwe Luchtvaartnota, die de volgende kenmerken heeft:
-
De uitspraken in de Luchtvaartnota en de besluiten die de minister op basis daarvan neemt binden alleen het Rijk. Andere overheden of maatschappelijke partners zijn dus strikt genomen niet aan deze besluiten gehouden. Binnen het raamwerk van dit nieuwe rijksbeleid zal het Rijk in de toekomst echter nieuwe plannen en projecten gaan ontwikkelen die wél een voor derden bindende status zullen kennen.
-
Oriëntatie van het nieuwe beleid op zowel de kortere (tot 2030) als de lange termijn (2050). De nota stelt heldere doelen voor 2050 met een concrete en adaptieve aanpak voor de komende 5-10 jaar.
-
Het nieuwe beleid richt zich in de eerste plaats op de ontwikkeling van de burgerluchtvaart.
-
Onderdeel van het nieuwe beleid is ook het streven om Caribisch Nederland (Bonaire, Saba en Sint Eustatius, dat rechtstreeks onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse regering valt) bereikbaar te houden. Het gaat daarbij om stabiele en betaalbare verbindingen, goede infrastructuur en ‘good governance’ om te kunnen voldoen aan (inter)nationale veiligheidseisen[1].
- 1 Aruba, Curaçao, en Sint Maarten zijn binnen het Koninkrijk der Nederlanden autonome landen. Zij hebben eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden op het gebied van de luchtvaart en vallen daarom buiten de reikwijdte van het beleid van de Luchtvaartnota.