Ruimtebeslag

In het algemeen geldt dat wanneer luchthavens tegen hun fysieke capaciteitsgrenzen lopen, deze grenzen in de praktijk veelal kunnen worden opgerekt. Dit kan zonder dat de baaninfrastructuur hoeft worden uitgebreid of fysieke uitbreidingsruimte noodzakelijk is buiten het huidige luchthavengebied. De vraag in 2030 kan in de huidige capaciteit op Schiphol opgevangen worden (zie indicator ‘Economie en Mobiliteit’).

Voor Schiphol zijn ruimtereserveringen gemaakt voor een parallelle start- en landingsbaan aan de huidige Kaagbaan, voor ontwikkeling kantoren en voorzieningen in gebied de Elzenhof, voor nieuwe opstelplaatsen op Schiphol-Noordwest en voor ontwikkeling van een tweede terminal. In de autonome situatie kunnen deze ontwikkelingen fysiek op Schiphol ingepast worden: er is een ruimtereservering gemaakt. Een knelpunt is echter dat hiervoor ook nog een omlegging van de provinciale weg (N201) noodzakelijk is. Tevens kan de railinfrastructuur niet uitgebreid worden binnen het huidige areaal. Op en rondom Schiphol is daar geen ruimte meer voor beschikbaar. De railinfrastructuur moet verbeterd worden ten behoeve van het groeiende aantal reizigers.

Bij de overige luchthavens passen de toekomstige ontwikkelingen binnen de huidige grenzen van het luchthavengebied of er zijn al ruimtereserveringen gemaakt voor deze ontwikkelingen.