Beoordeling Beleidskeuzen m.b.t. Connectiviteit
Beleid | Invloed op Natura 2000 | Risico’s op significant negatieve effecten | Randvoorwaarden voor uitwerking |
Het Rijk geeft ruimte om met de luchtvaart de internationale verbondenheid met de (voor Nederland) meest relevante plekken in de wereld te accommoderen. | Indien het geven van die ruimte leidt tot toename van het aantal vliegbewegingen kan dit Natura 2000-waarden in beginsel negatief beïnvloeden. | Een toename van verstoring door geluid kan significant negatieve effecten hebben op Natura 2000-gebieden (met name Vogelrichtlijn-gebieden) in het invloedgebied van de luchthavens. | Toename van vlieg-bewegingen alleen mogelijk maken als dit niet leidt tot significant negatieve effecten als gevolg van verstoring. |
Een toename van stikstofdepositie kan significant negatieve effecten hebben op Natura 2000-gebieden (met name Habitatrichtlijngebieden) in de wijde omgeving van de vliegvelden. | Toename van vlieg-bewegingen alleen mogelijk maken als dit niet leidt tot significant negatieve effecten als gevolg van stikstofdepositie. | ||
Het Rijk werk aan beleidsinstrumenten om de vraag zoveel mogelijk te accommoderen met de hoogste toegevoegde waarden voor Nederlandse gebruikers en economie. | Indien dit leidt tot toename van het aantal vliegbewegingen kan dit Natura 2000-waarden in beginsel negatief beïnvloeden. | Een toename van verstoring door geluid kan significant negatieve effecten hebben op Natura 2000-gebieden (met name Vogelrichtlijn-gebieden) in het invloedgebied van de luchthavens. | Toename van vlieg-bewegingen alleen mogelijk maken als dit niet leidt tot significant negatieve effecten als gevolg van verstoring. |
Een toename van stikstofdepositie kan significant negatieve effecten hebben op Natura 2000-gebieden (met name Habitatrichtlijngebieden) in de wijde omgeving van de vliegvelden. | Toename van het aantal vliegbewegingen alleen mogelijk maken als dit niet leidt tot significant negatieve effecten als gevolg van stikstofdepositie. | ||
Het Rijk hanteert een integrale mobiliteitsbenadering met: - Inzet van alternatieven over weg en spoor - Stimulering van alternatieven voor fysieke verplaatsingen en gedragsveranderingen die leiden tot minder belasting van mens en milieu. - Investering in de landzijdige bereikbaarheid van luchthavens. | Eventuele afname van het aantal vliegbewegingen kan Natura 2000-gebieden positief beïnvloeden. | Verlaging van de stikstofdepositie op stikstofgevoelige habitats kan bijdragen aan behoud of herstel van die habitats. | Borgen dat door de keuze van reizigers voor de trein daadwerkelijk minder vluchten plaatsvinden (geen ‘opvulling’ van normen). |
Een deel van de beleidskeuzen die een (blijvende) goede verbondenheid van de Nederlandse luchtvaart met de rest van de wereld moeten garanderen impliceert dat een toename van het aantal vliegbewegingen niet is uitgesloten. In beginsel gaat dit gepaard met een toename van de emissie van geluid en stikstof en daardoor zijn negatieve effecten op Natura 2000-waarden niet uitgesloten.
Aan de andere kant kan inzet van alternatieven over weg en spoor en stimulering van minder milieubelastende vervoerswijzen juist leiden tot minder risico op negatieve effecten op Natura 2000-gebieden, mits wordt geborgd dat deze maatregelen niet op andere wijze negatieve effecten hebben als gevolg van toename van de spoorintensiteit.
Zoals aangeven in hoofdstuk 4 zijn is het bereiken van instandhoudingsdoestellingen voor veel Natura 2000-gebieden nog niet in zicht. Voor een aanzienlijk deel van de stikstofgevoelige habitats geldt dat de Kritische Depositiewaarde in de huidige situatie al wordt overschreden. Extra depositie als gevolg van toename van vliegbewegingen zorgt in dergelijke gevallen al snel voor significant negatieve effecten.
In beginsel zijn negatieve effecten bij een toename van het aantal vliegbewegingen te voorkomen als de effecten per vliegbeweging worden verminderd. Dat kan (in het geval van geluid) als er stillere vliegtuigen worden gebruikt en (in het geval van stikstof) als vliegtuigen worden aangedreven met elektrische motoren (zie ook Hoofdstuk 5: Beoordeling Beleidskeuzen m.b.t. Gezondheid en Duurzaamheid). Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van juridische mogelijkheden, zoals intern en extern salderen, waardoor de totale emissies per saldo afnemen (Adviescollege Stikstofproblematiek, 2020).