Voortbouwen (referentiesituatie)
In het hoekpunt Voorbouwen zijn het huidige beleid en de staande afspraken die juridisch en bestuurlijk verplicht zijn, doorgetrokken naar de toekomst. Er wordt ingezet op behoud van de hubfunctie van Schiphol en Lelystad dient als overloopluchthaven voor Schiphol. De ruimtelijke configuratie van de luchthavens en hun contouren blijven conform de bestaande situatie. Er is ruimte voor groei op Schiphol op basis van het groei/verdienmodel: 50/50[1]. Hierin is de interpretatie van de meest recente luchtvaartprognoses als werkhypothese gevolgd, oplopend tot 717.000-730.000 vluchten in 2050.
Verminderen hinder, groeiverdienmodel voor Schiphol, aantrekkelijker maken van het (inter)nationale spoor en 50% CO2 reductie vormen de bouwstenen van dit hoekpunt (zie Tabel 2.1). Onder deze bouwstenen zijn de maatregelen geschaard.
Tabel 2.1 Bouwsteen Voortbouwen (referentiesituatie)
Heeft effect in 2023-2030 | Heeft effect in 2030-2050 | |
Verminderen van hinder en verhogen van de veiligheid door vasthouden aan en verankeren van gemaakte afspraken, o.a: NNHS, verduidelijkte vierde baanregel, luchtruimherindeling, geen vermijdbare fatale ongevallen binnen Nederlandse invloedssfeer voor de Commerciële en General Aviation luchtvaart. | X | X |
Groeiverdienmodel voor Schiphol op basis van 50/50 regel (cf meest recente luchtvaartprognoses). Dit leidt naar verwachting tot doorgroei naar 717.000 – 731.000 vliegtuigbewegingen op Schiphol in 2050, de andere luchthavens behouden hun huidige plafonds en geluidsruimte. Gebruik van selectiviteitsbeleid (VVR) ten behoeve van de netwerkkwaliteit op Schiphol. | X | X |
Concurrerender maken van internationaal treinvervoer en vergroten interactie trein/vliegtuig: vervangen 3,6% vluchten. | X | X |
Invulling geven aan ambitie van 50% CO2 reductie in 2050 t.o.v. 2005 cf huidige ICAO doel door introductie vliegbelasting van 7 euro voor vertrekkende passagiers en vracht en uitvoering van het duurzaam luchtvaartakkoord. In 2050 is ambitie binnenlandse luchtvaart zero emissie. | X | X |
Referentiesituatie
Zoals gezegd is het hoekpunt Voortbouwen ontwikkeld vanuit het doortrekken van huidig beleid en huidige afspraken naar 2030 en 2050. In het PlanMER wordt deze dan ook gebruikt als referentiesituatie voor de toetsing van effecten van de andere drie hoekpunten. Hierna wordt naar Voortbouwen gerefereerd als referentiesituatie en niet meer als hoekpunt.
- 1 De 50-50 regel houdt in dat na 2020 van de milieuwinst wegens stillere vliegtuigen eerlijk verdeeld over de luchtvaartsector (50% ruimte voor extra luchtverkeer) en de omgeving (50% minder geluidhinder).