Hoekpunt Normeren

Verandering geluidbelasting door vliegtuiggeluid

In Normeren zal de geluidbelasting in 2030 voornamelijk veranderen door de verandering van het aantal vluchten en de jaarlijkse afname vanwege technologische ontwikkeling. Voor de meeste vliegvelden neemt het aantal bewegingen af of blijft dit gelijk, behalve voor Rotterdam Airport en Groningen, daar vindt voor 2030 een toename van het aantal bewegingen plaats. In 2050 zullen vluchten korter dan 500 km elektrisch zijn, dit zorgt voor een geluidsreductie van ongeveer 30% per elektrische vlucht. Door een sterke afname van het aantal vluchten ten opzichte van de referentiesituatie zal de geluidbelasting met name in 2050 sterk afnemen.

Tabel 7.8 Verandering geluidscontour hoekpunt Normeren in 2030 ten opzichte van de referentiesituatie

LDEN

48

56

58

70

Schiphol

-34%

-33%

-31%

-33%

Lelystad Airport

-6%

-3%

-4%

0%

Vliegbasis Eindhoven (civiel)

-14%

-15%

-14%

-10%

Rotterdam The Hague Airport

-9%

-10%

-10%

-6%

Maastricht Aachen Airport

-45%

-41%

-41%

-26%

Groningen Airport Eelde

10%

9%

8%

5%

Tabel 7.9 Verandering geluidscontour hoekpunt Normeren in 2050 ten opzichte van de referentiesituatie

LDEN

48

56

58

70

Schiphol

-68%

-66%

-63%

-71%

Lelystad Airport

-85%

-69%

-81%

0%

Vliegbasis Eindhoven (civiel)

-83%

-78%

-76%

-78%

Rotterdam The Hague Airport

-65%

-63%

-63%

-43%

Maastricht Aachen Airport

-88%

-86%

-84%

-80%

Groningen Airport Eelde

-58%

-51%

-50%

-63%

Ernstig gehinderden en slaapverstoorden

Het aantal ernstig gehinderden rondom Schiphol en alle regionale velden is lager door een sterke afname van het aantal vliegtuigbewegingen, behalve voor Groningen waar het aantal vliegtuigbewegingen in 2030 ten opzichte van de huidige situatie met meer dan 10% toeneemt. Voor Schiphol vindt een afname van het aantal slaapverstoorden plaats. Dit is het gevolg van de grote afname van het aantal vliegtuigbewegingen waardoor ook het aantal nachtbewegingen afneemt. Door de nachtsluiting op Schiphol van 23:00-06:00 in Normeren wordt dit effect versterkt. Voor de regionale velden is de slaapverstoring beperkt doordat relatief weinig in de nacht gevlogen wordt. Aangezien dit niet verandert is de verwachting dat de situatie voor alle hoekpunten in zowel 2030 en 2050 vergelijkbaar zal blijven.

Tabel 7.10 Aantallen gehinderden hoekpunt Normeren in 2030 ten opzichte van de referentiesituatie

 

Ernstig gehinderden

Slaapverstoorden

Schiphol

-49%

-84%

Lelystad Airport

-6%

Nihil

Vliegbasis Eindhoven (civiel)

-37%

Nihil

Rotterdam The Hague Airport

-18%

Nihil

Maastricht Aachen Airport

-47%

Nihil

Groningen Airport Eelde

16%

Nihil

Tabel 7.11 Aantallen gehinderden hoekpunt Normeren in 2050 ten opzichte van de referentiesituatie

 

Ernstig gehinderden

Slaapverstoorden

Schiphol

-90%

-97%

Lelystad Airport

-87%

Nihil

Vliegbasis Eindhoven (civiel)

-97%

Nihil

Rotterdam The Hague Airport

-89%

Nihil

Maastricht Aachen Airport

-98%

Nihil

Groningen Airport Eelde

-91%

Nihil

Stille perioden

Voor Schiphol is het aantal vliegtuigbewegingen fors verminderd ten opzichte van de referentiesituatie en er mag ook niet meer gevlogen worden tussen 23:00 en 06:00 uur wat de omvang van de stille perioden vergroot. Hierdoor zal er in de nacht een stille periode van iets minder dan 7 uur plaatsvinden en overdag meer stille perioden vanwege de forse afname in vliegtuigbewegingen. Voor de regionale velden geldt in de nacht een vergelijkbare situatie met de referentiesituatie, behalve voor Eindhoven waar de nachtperiode met 1 uur wordt ingekort. Overdag meer stille perioden ten gevolge van de afname van het aantal vliegtuigbewegingen vanwege het CO2-plafond.

Strengere eisen aan isolatie en geluid adaptief bouwen

Deze maatregel kan leiden tot minder hinder bij een gelijkblijvende geluidbelasting. Isolatie werkt alleen voor personen die zich in een woning bevinden (met gesloten ramen) terwijl adaptief bouwen ook buiten een effect kan hebben.

L1: Max geluidniveau aan einde van de baan bij opstijgen, gekoppeld aan Lmax in het verlengde van de banen (flitspaal)

Het doorvoeren van deze maatregel leidt ertoe dat startprocedures zodanig worden uitgevoerd dat het geluid aan het einde van de baan (in onbewoond gebied) geminimaliseerd wordt. Aangezien een geluidsreductie op de ene plek resulteert in een toename van het geluid op een andere locatie kan deze maatregel tot gevolg hebben dat de geluidbelasting verder weg van het vliegveld toeneemt. Als gezocht wordt naar een maatregel die het gebruik van stillere vliegtuigen bevordert (ipv minder geluid bij het einde van de baan) is dat effectiever.

L2: Vanuit 0-meting aantal gehinderden in 2020 groeiverdienmodel 50/50 gehinderden ten opzichte van beginjaar en verder conform actuele luchtvaartprognoses.

Indien het aantal gehinderden meegenomen wordt in een groeiverdienmodel geeft dit de sector een prikkel om het aantal gehinderden te verlagen.

L5: Beperkingengebieden en bijbehorende regels aanpassen:

  • Binnen LIB 5 zelfde beperkingen als binnen LIB 4 vwb woningbouw

  • Binnen 45 Lden (WHO) eisen aan nieuwbouw: motiveringsplicht stedelijke inrichting (Lugten)

Deze maatregel leidt tot strengere eisen aan nieuwbouw. Dit zal geen effect hebben op de hinder in bestaande woningen maar kan wel het aantal nieuwe woningen waar de bewoners hinder ondervinden beperkt wordt.

Hinderbeleving

Een sterke afname van de geluidbelasting zal leiden tot een navenante afname van het aantal ernstig gehinderden. De toename van stillere periodes zal de hinderbeleving verder doen verbeteren.

Opmerking: Door het strikte CO2-plafond is groei vrijwel uitsluitend mogelijk op elektrische, korte-afstandsvluchten. Omdat dit type vliegtuig naar verwachting fors kleiner (19 passagiers in plaats van 90) zal zijn dan de huidige vliegtuigen die ingezet worden, zijn fors meer vliegtuigen nodig om hetzelfde aantal passagiers te vervoeren. Dit kan mogelijk juist leiden tot een afname van het aantal stille periodes en een andersoortige hinderbeleving.

Luchtkwaliteit

Het normeren in het hoekpunt Normeren heeft geen betrekking op luchtkwaliteit, maar enkel op een CO2-plafond voor vertrekkende vluchten. De impact op de lokale luchtkwaliteit (NOx, fijnstof, ultrafijnstof) is afhankelijk van aanvullende maatregelen. Het CO2-plafond is echter dermate restrictief dat het aantal bewegingen met 20% tot wel 70% afneemt ten opzichte van de referentiesituatie. Dit zal de lokale luchtkwaliteit waarschijnlijk ten goede komen.