Omgevingsveiligheid

Huidige situatie

Het beleid voor externe veiligheid (‘third party risk’) biedt een basisbescherming aan individuele mensen die in de omgeving van de luchthaven wonen en verblijven. In beginsel geldt voor iedere burger in Nederland dat de kans om te overlijden door een ongeval met gevaarlijke stoffen of door een vliegtuigongeluk niet groter mag zijn dan eens per miljoen jaar.

Naast het plaatsgebonden risico is voor Schiphol het Groepsrisicobeleid ontwikkeld. Het Groepsrisicobeleid voor Schiphol is gericht op het beheersen van de overlijdenskans van een (grotere) groep mensen en de beheersing van dit groepsrisico geschiedt op basis van het zogenaamde ‘dichthedenbeleid’ voor kantoren en bedrijven rond Schiphol. Dat wil zeggen: via ruimtelijke ordeningsmaatregelen worden de concentraties van mensen in de omgeving van de luchthaven beperkt. Daarbij gelden in bepaalde schillen rond de luchthaven beperkingen van het aantal medewerkers per hectare.

Schiphol valt onder de verantwoordelijkheid van het Rijk. Het huidige beleid op het gebied van externe veiligheid en geluid voor de luchthaven Schiphol is gebaseerd op de Wet luchtvaart, het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB), het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) en de Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol (RMI). Het Rijk beoogt met het beleid twee publieke belangen te behartigen:

  • Bescherming van omwonenden tegen negatieve effecten van de luchtvaart (onder andere geluid en externe veiligheid)

  • Het veiligstellen van het economisch belang van de luchthaven voor Nederland.

LIB-beperkingengebieden van luchthaven Schiphol
Figuur 6.2 LIB-beperkingengebieden van luchthaven Schiphol

Ook voor andere luchthavens gelden beperkingengebieden, waarbij deze gebieden op verschillende manieren worden vastgesteld afhankelijk van het type luchthaven (bijvoorbeeld een regionaal veld of een militaire vliegbasis).

Trends en ontwikkelingen

De meest relevante trends en ontwikkelingen in de veiligheid voor de veiligheid zijn de autonome verbetering van de vliegveiligheid maar ook de urbanisatie van Nederland. In het PlanMER is niet in detail onderzocht wat de bouwplannen zijn in de nabijheid van luchthavens in de komende 30 jaar.