Veiligheid

De luchtvaart heeft een sterk internationaal karakter, als daarvan gevolg komt veel wet- en regelgeving voor de veiligheid van de burgerluchtvaart in internationaal verband tot stand. Nederland is aangesloten bij ‘the International Civil Aviation Organization’ (ICAO), een specialistische organisatie van de Verenigde Naties (VN) met als doel het opstellen van ‘Standards And Recommended Practices (SARP’s) en beleid ten behoeve van een veilig, efficiënt, economisch duurzaam en milieuverantwoordelijke burgerluchtvaart sector. Wettelijke verankering van ICAO standaarden geschiedt meestal via Europese verordeningen. De wet- en regelgeving is goed ontwikkeld en naleving daarvan borgt een aanzienlijk deel van veiligheid. In Nederland houdt de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) toezicht op de naleving van de wet- en regelgeving voor luchtvaartveiligheid. Door middel van vergunningverlening, certificering en toezicht draagt de ILT er aan bij dat organisaties in de luchtvaartsector zich aan de regels en standaarden houden[1].

De Internationale Burgerluchtvaartorganisatie ICAO schrijft een aantal primaire processen voor die in belangrijke mate hebben bijgedragen aan veiligheidsverbeteringen. Vooral regels voor het uitvoeren van ongevallenonderzoek (beschreven in ICAO Annex 13) en het inrichten van veiligheidsmanagementsystemen (beschreven in ICAO Annex 19) dragen bij aan het vermogen van de luchtvaartsector om te kunnen leren van ongevallen en incidenten en risico’s te identificeren en reduceren[2]. Daarnaast is Annex 17 gericht op de bescherming van personen en goederen door beveiliging van de burgerluchtvaart om wederrechtelijke daden tegen burgerluchtvaarttuigen die een gevaar vormen voor de veiligheid van de burgerluchtvaart, te voorkomen. De door ICAO opgedragen standaards worden vrijwel allemaal door de lidstaten vertaald in nationale regelgeving. In de toekomst is verdere ontwikkeling van wet- en regelgeving verwacht.

Veiligheid is een breed begrip en omvat vele invalshoeken. Voor een heldere uiteenzetting van de effecten op veiligheid is het begrip opgesplitst in omgevingsveiligheid, veiligheid vliegen en beveiliging.

Nationale Veiligheid

Nationale veiligheid wordt in het PlanMER buiten beschouwing gelaten. De Luchtvaartnota richt zich op de toekomstige ontwikkeling van de burgerluchtvaart. De inzet op het gebied van de militaire luchtvaart wordt ingegeven door de grondwettelijke taak voor het waarborgen van de nationale veiligheid, de bewaking van het Nederlandse luchtruim en verantwoordelijkheidsgebied, de internationale inzet in conflictsituaties en de bestrijding van terrorisme en mogelijke toekomstige dreigingen. In het PlanMER worden de effecten van de beleidskeuzes uit de Luchtvaartnota beschreven. Vooropgesteld is dat beleidsontwikkelingen voor civiele luchtvaart (bijvoorbeeld groei) niet kunnen leiden tot een negatief effect op het gebruik van het luchtruim of militaire luchthavens door Defensie in het kader van de nationale veiligheid. Als deze effecten wel optreden, dan moeten deze worden gemitigeerd om de militaire missie-effectiviteit te waarborgen. Voor het luchtruim wordt dit geborgd doordat één van de doelen van het project luchtruimherziening behoud of verruiming van militaire capaciteit en/of verbetering van de militaire missie effectiviteit is. Dit betekent dat, indien de herziening van het luchtruim daadwerkelijk bijdraagt aan dit doel, het effect van de luchtruimherziening op de nationale veiligheid niet negatief, of zelfs positief is. In het PlanMER van de Luchtruimherziening zal worden onderzocht welke effecten de verschillende bouwstenen van de luchtruimherziening hebben, bijvoorbeeld de herinrichting van het noorden van het Nederlands luchtruim (het noordelijk oefengebied), deze zaken komen daarom niet terug in het PlanMER van de Luchtvaartnota.

  • 1 ILT, 2018
  • 2 NLR, 2018