Inleiding

Het Rijk wil sturen op kwalitatieve grenzen in plaats van op aantallen vliegtuigbewegingen. Basis voor die sturing zijn vier publieke belangen: veiligheid, klimaat, leefomgeving en economie. De Luchtvaartnota behartigt deze vier publieke belangen. Veiligheid staat voorop. Vanuit deze randvoorwaarde wil Nederland allereerst samen met andere Europese landen een koploperrol in het behalen van de klimaatdoelstellingen voor de internationale luchtvaart vervullen. Daarnaast streeft Nederland naar het minimaliseren van de hinder door de luchtvaart en het verhogen van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving rondom luchthavens. Ten slotte wil Nederland zijn netwerkkwaliteit verstreken en op deze wijze zorgen voor de grootst mogelijk bijdrage van het netwerk aan de Nederlandse economie.

De publieke belangen zijn omwille van de PlanMER vertaalt in zo concreet mogelijk te toetsen doelen. Er zijn vervolgens een referentiesituatie en drie hoekpunten ontwikkeld: ‘Voortbouwen’, ‘Normeren’, ‘Concentreren’ en ‘Verdelen’. In dit hoofdstuk worden de referentiesituatie en de hoekpunten aan de doelen getoetst en met elkaar vergeleken. Daarbij gaat het om een vergelijking van effecten die de verschillende hoekpunten hebben op de fysieke leefomgeving, omgevingskwaliteit, de economische omgeving en woonomgeving. Er is bewust naar meer gekeken dan alleen naar de milieuaspecten omdat er vele belangen spelen rond de toekomst van de luchtvaart in Nederland. Op basis van het verwachte doelbereik en de effecten bij elk van de hoekpunten is de Voorkeursstrategie (VKS) gedefinieerd.  De besluitvorming van de Ontwerp Luchtvaartnota ligt daarmee vast in de VKS.

Dit hoofdstuk begint met een toetsing van de referentiesituatie en de verschillende hoekpunten aan de doelen van het project. Een vergelijking van de milieueffecten is namelijk pas relevant als bekend is of, en zo ja in welke mate, de hoekpunten voldoen aan de geformuleerde doelen. De toetsing van alle hoekpunten wordt gedaan ten opzichte van de referentiesituatie.

Na de toetsing aan de doelen volgt vervolgens -op basis van de integrale overzichtstabel- een vergelijking van de milieueffecten van de verschillende hoekpunten. Het gaat hier niet om een dubbeltelling maar om het dubbel weergeven van informatie om zowel de toetsing aan de doelstelling als de toetsing aan de indicatoren overzichtelijk te kunnen doen.

Er is voor gekozen de conclusies al in deel A van dit PlanMER te vermelden om snel tot de kern van de beslisinformatie te komen. De onderbouwing van alle effecten is in deel B gegeven.

Hoofdstuk 3 eindigt met een robuustheidsanalyse. De voorspellingen die gedaan worden zijn omgeven met onzekerheden vanwege de lange tijdshorizon die de Luchtvaartnota hanteert. Om gevoel te krijgen bij de resultaten waarbij in de referentiesituatie voornamelijk elementen zitten uit WLO-laag is een robuustheidsanalyse uitgevoerd. Deze analyse geeft een indruk van de effecten als uitgangspunten gebaseerd worden op een grotere groei WLO-hoog. De WLO-scenario’s worden verder in dit hoofdstuk toegelicht onder ‘Robuustheid (WLO Hoog)’.