Verbondenheid/versnippering

Huidige situatie

Voor overleving van flora- en faunasoorten op lange termijn zijn twee zaken essentieel: het behoud of herstel van voldoende grote leefgebieden en de mogelijkheden voor soorten om zich te kunnen verplaatsen tussen leefgebieden (ruimtelijke samenhang). De ruimtelijke samenhang varieert tussen de Nederlandse natuurgebieden.

In Figuur 6.11 is te zien dat de huidige natuur in Nederland bestaat uit enkele zeer grote aaneengesloten gebieden en veel kleine gebiedjes. Een deel van de gebieden is in potentie wel groot genoeg of is voldoende met elkaar verbonden, zoals de Veluwe, de Utrechtse Heuvelrug en verschillende duingebieden. Veel moerassen, graslanden en heiden in Nederland zijn nog steeds te klein, waardoor een deel van de daarin voorkomende soorten het risico loopt te verdwijnen. Ongeveer de helft van de landnatuur heeft matige tot slechte ruimtelijke condities voor de soorten[1].

Veel soorten staan op de Rode Lijst vanwege de te beperkte ruimtelijke samenhang van de leefgebieden waarvan zij afhankelijk zijn.

Door de realisatie van het NNN en de afronding van het Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) in 2018 is het areaal van de grootste natuurgebieden toegenomen en ecologische knelpunten door rijksinfrastructuur sterk verminderd[2].

Oplossing van knelpunten versnippering door rijksinfrastructuur (Bron: MJPO, 2018)
Figuur 6.15 Oplossing van knelpunten versnippering door rijksinfrastructuur (Bron: MJPO, 2018)

Trends en ontwikkelingen

De huidige situatie voor verbondenheid is goed na afronding van MJPO. De effecten van klimaatverandering kan een druk op de ruimtelijke samenhang leggen, maar dit effect is nog onzeker. Daarnaast wordt de nadruk gelegd op uitbreiding van NNN-gebieden. In de autonome situatie blijft de situatie van verbondenheid goed.

  • 1 CLO, 2019
  • 2 MJPO, 2018